
Coöperaties en de Natuur- en Milieufederatie Zuid-Holland reageren op de plannen voor de warmtetransportleiding Vlaardingen-Den Haag
Er liggen vergevorderde plannen voor een nieuwe regionale warmtetransportleiding tussen Vlaardingen-Den Haag. Met de transportleiding kan restwarmte uit het havengebied van Rotterdam naar de regio gevoerd worden. In dit project werken het Rijk, de Gasunie en de provincie Zuid-Holland samen.
Het ontwerp Provinciaal Inpassingsplan (PIP) ligt voor besluitvorming klaar. De coöperaties en de Natuur en milieufederatie Zuid-Holland komen met een gezamenlijke reactie op dit plan. Zij hebben op 29 april 2021 hun zienswijze aangeboden aan de provincie.
De samenwerkende coöperaties willen beter betrokken worden bij de besluitvorming over de plannen. Ook willen ze inzicht in wat de plannen betekenen voor lokale energie-initiatieven. Ze hebben dit inmiddels ook zelf laten uitzoeken door onderzoeksbureau Kalavasta en bieden de resultaten aan, aan de provincie.
Zij brengen de volgende punten naar voren:
- Alternatieve warmteoplossingen zijn nog maar beperkt onderzocht. Er is onvoldoende zicht op de maatschappelijke kosten.
- Het is onzeker of de havenwarmte op langere termijn voldoende beschikbaar is.
- Lokale bronnen kunnen mogelijk niet meer rendabel ontwikkeld worden in concurrentie met regionale (rest)warmte.
- De regionale plannen zijn mogelijk onvoldoende flexibel om zich aan te passen aan nieuwe Europese en nationale ambities en doelen.
De volledige brief aan de Provincie Zuid-Holland is hier te vinden: Zienswijze Energie Samen NMF PIP Warmtelinq PZH_03052021.
Voor het rapport van Kalavasta zie: Kalavasta Review RES 1.0 Rotterdam Den Haag 29 april 2021
Over RES 1.0 (Regionale Energie Strategie Rotterdam – Den Haag)
Op 28 juni 2019 publiceerde het kabinet het Klimaatakkoord: de Nederlandse uitwerking van de internationale klimaatafspraken van Parijs (2015). We gaan met elkaar de CO2-uitstoot sterk verminderen: in 2030 met de helft ten opzichte van 1990. Eén van de afspraken is dat 30 energieregio’s in Nederland onderzoeken waar en hoe het best duurzame elektriciteit op land (wind en zon) opgewekt kan worden. Maar ook welke warmtebronnen te gebruiken zijn zodat wijken en gebouwen van het aardgas af kunnen. Waar is ruimte en hoeveel? Zijn de plekken maatschappelijk gezien acceptabel en financieel haalbaar? In een Regionale Energiestrategie (RES) beschrijft elke energieregio zijn eigen keuzes.
Het Nationaal Programma RES ondersteunt de regio’s bij het maken van de RES’en door kennis te ontwikkelen en delen, procesondersteuning te bieden en een lerende community te faciliteren. Daarnaast verbindt ze partijen, agendeert knelpunten en signaleert koppelkansen om de ambities te kunnen verwezenlijken.
Deze tekst is overgenomen van de website van het Nationale Programma Regionale Energie Strategie.
0 reacties